Vogels in Lazio

Hier in Lazio, dicht bij de grens met Umbrië is het buitengewoon rustig. Een stiltegebied dat bij ons nog amper te vinden is. Aan het getuf van een oude landbouwtractor die naar de olijfgaarden tjokt, is te horen dat hier niemand gehaast is. Naast de vele middeleeuwse versterkte stadjes met hun smalle, steile straatjes en prachtige fonteinen geniet je van een verscheidenheid van landschappen. Fauna en flora boeien me al lang en speciaal vogels trekken mijn aandacht.

 

hop5

Het eerste wat ik ‘s morgens hoorde was de zang of liever de roep van een hop, een bontgekleurde vogel die bij ons nog zelden te zien en te horen is. Die begon klokvast om halfzes te roepen. Na enig speurwerk liet hij zich met opgerichte kuif zien in de top van een half verdroogde boom blijkbaar genietend van zijn eigen muzikaal talent dat alleen maar uit een helder “oepoepoep” bestaat.

 

 

 

 

koekoek5Wat later kreeg hij gezelschap van een koekoek die van geen stoppen wist maar het beter deed dan de ouderwetse koekoeksklok uit het Zwarte Woud.

 

 

 

 

 

Een nachtegaal maakte zich reeds vertrekkensklaar (half juni) en was bijna uitgezongen. Jonge putters (distelvinken) speelden in de olijfbomen en een paar zomertortels hadden hun vaste stek op een hoogspanningskabel.

nachtegaaldistelvink5

 

 

 

 

 

 

 

distelvink

 

Drukker was het in de lucht waar ononderbroken tientallen huis-en gierzwaluwen door elkaar cirkelden. Deze gier2laatsten zijn echte luchtacrobaten. Ze hebben niet veel om mee te pochen: roetzwart met enkel een witte keelvlek. Rudimentaire korte pootjes en lange sikkelvormige vleugels maken het onmogelijk om op de grond te komen want van op de grond kunnen ze niet meer opvliegen en komen ze om van ellende of als welgekomen snoepje van een zwerfkat. Hun onbeholpenheid op de grond maken ze ruimschoots goed als het op vliegen aankomt: eten,slapen en de liefde bedrijven doen ze al vliegend maar om te broeden zoeken ze wel een nestplaats in een rotsspleet, een bouwvallige muur of onder een holle dakpan van waaruit ze zich naar beneden laten vallen tot ze ruimte genoeg hebben om met de vleugels te slaan. Straks verhuizen ze weer naar Afrika. Ik wens ze een behouden reis en vooral tot weerziens eind april, begin mei.

Tekst ingezonden door Frans Roels, vogelkijker

Plaats een reactie