Sinds 1856 heeft de familie Matteucci een olijfmolen in de wijk Pianoscarano in Viterbo. De zesde generatie baat nu de olijfmolen ‘Il Paradosso’ uit. De naam komt van de rivier de Paradosso, die de scheiding vormt tussen de wijk San Pellegrino en de wijk Pianoscarano. Mario Matteucci was de vierde generatie, hij is nu meer dan 80 jaar oud, maar is nog actief. Hij maakte een museum in de tufstenen kelder om te tonen hoe de olijfolie vroeger gemaakt werd.
Het museum brengt je terug naar de tijd dat de olijven gemaald werden met grote stenen. Er werden dan geweven kokosmanden, fiscoli genoemd, gevuld met de pulp. Daarna werden de manden in een pers geperst, tot de fiscoli plat waren en de olie eruit kwam.
Mario is waarschijnlijk de enige Italiaan die nog fiscoli met de hand kan maken. Op de oude foto’ s in zijn museum kan je zien hoe de kokosvezels aangevoerd werden met de trein en verwerkt werden. Er werkten een veertigtal mensen in de productie van fiscoli.
Ook kinderen werden ingeschakeld in het productieproces. De mensen uit de wijk Pianoscarano waren arm en de meeste kinderen hadden enkel kousen aan. De minder arme kinderen droegen stoffen schoeisel. Enkel de rijke kinderen (meestal uit de San Pellegrino wijk) droegen schoenen.
Er is ook een kelder met voorwerpen uit de tweede wereldoorlog. Viterbo werd zwaar gebombardeerd en Mario stelt er enkele voorwerpen tentoon, zoals gasmaskers.
In onderstaand filmpje zie je Mario aan het werk:
